首页 | 本学科首页   官方微博 | 高级检索  
文章检索
  按 检索   检索词:      
出版年份:   被引次数:   他引次数: 提示:输入*表示无穷大
  收费全文   4406篇
  免费   267篇
  国内免费   10篇
林业   213篇
农学   236篇
基础科学   48篇
  742篇
综合类   326篇
农作物   182篇
水产渔业   196篇
畜牧兽医   2197篇
园艺   111篇
植物保护   432篇
  2021年   36篇
  2020年   78篇
  2019年   62篇
  2018年   85篇
  2017年   97篇
  2016年   78篇
  2015年   63篇
  2014年   82篇
  2013年   194篇
  2012年   169篇
  2011年   224篇
  2010年   176篇
  2009年   162篇
  2008年   206篇
  2007年   177篇
  2006年   171篇
  2005年   162篇
  2004年   146篇
  2003年   146篇
  2002年   166篇
  2001年   129篇
  2000年   115篇
  1999年   106篇
  1998年   52篇
  1997年   34篇
  1996年   40篇
  1995年   36篇
  1994年   46篇
  1993年   54篇
  1992年   82篇
  1991年   74篇
  1990年   79篇
  1989年   72篇
  1988年   42篇
  1987年   58篇
  1986年   47篇
  1985年   56篇
  1984年   61篇
  1983年   51篇
  1982年   53篇
  1980年   33篇
  1979年   39篇
  1978年   45篇
  1977年   44篇
  1976年   43篇
  1975年   34篇
  1974年   41篇
  1972年   34篇
  1971年   34篇
  1969年   42篇
排序方式: 共有4683条查询结果,搜索用时 15 毫秒
71.
More adults of the citrus psylla,Trioza erytreae (Del Guercio) (Hemiptera: Triozidae), dispersed when the number of eggs, nymphs or adults on the citrus increased (positive correlations) and also when new leaves that were present decreased (negative correlation). More psylla were trapped close to high obstacles than in an open area, even though the obstacles were at a distance from the psylla-infested orchard.  相似文献   
72.
High-pressure liquid chromatography with an ion-exchange column combined with graphite furnace atomic absorption spectrometry was used to analyse commercial formulations of sodium hydrogen methylarsonate (MSMA). No arsenite or arsenate salts or dimethylarsinic acid were detected as contaminants in the formulations, and the MSMA concentrations were found to be in accordance with the concentrations given on the containers.  相似文献   
73.
Urediospores ofPuccinia recondita f.sp.tritici were applied to wheat seedlings. Inoculated plants were placed in a growth chamber to expose the spores to dry periods from zero to nine days at near-optimal temperatures (ca 18 °C). The dry period was followed by a wet period varying from 2 to 24 hours for germination of spores and infection of plants. Infection results were subjected to analysis of variance. The main effects dry period, wet period, and temperature were highly significant. The dry period×wet period interaction was significant. The interaction implied that the effects of post-detachment, ripening of germinable spores appeared in their resulting infectivity. There were two forms of post-detachment ripening, a slow ripening during the dry period and a faster ripening during the wet period. The two forms of ripening showed a non-additive compensatory interaction. The effect of post-detachment ripening on infectivity of germinated spores was more pronounced at 15 than, at 18 or 20 °C; the effect was strongest during the first day of the dry period. At dry periods of over 6 days, infectivity of germinated spores decreased, especially at the higher temperatures. Prolonged exposure, of spores to a dry period apparently damages the spores even though they are still able to germinate.Samenvatting Uredosporen van de bruine roest van tarwe (Puccinia recondita f.sp.tritici) werden over het eerste blad van tarwekiemplanten verstoven. De aldus geïnoculeerde planten werden in een klimaatkamer geplaatst bij ca. 18 °C om de sporen bloot te stellen aan droge perioden van 0 tot 9 dagen. De droge perioden werden gevolgd door natte perioden van 2 tot 24 uur om de sporen te laten kiemen en de planten te infecteren. Na de natte periode werden de planten bij verschillende temperature geplaatst om de latente periode en de vorming van sporenhoopjes te bepalen. De hoofdeffecten op de vorming van sporenhoopjes waren zeer significant: duur van de droge periode, duur van de natte periode en temperatuur. Twee vormen van sporenrijping werden gevonden bij rijping vnn sporen, die los op het blad lagen (rijping, buiten de sporenhoopjes), een langzame rijping tijdens de droge periode en een snelle rijping tijdens de natte periode. Deze twee vormen van rijping vertoonden statistische interactie met enige wederzijdse compensatie. Het effect van deze sporenrijping (buiten de sporenhoopjes) op de infectiviteit van gekiemde sporen was bij 15 °C duidelijker dan bij 18 en 20 °C; het effect was het sterkst tijdens de eerste dag van de droge periode. Bij droge periodes langer dan 6 dagen daalde de infectiviteit, vooral bij de hogere temperaturen.  相似文献   
74.
Samenvatting Gerstegeelmozaïekvirus (BaYMV) werd in een perceel wintergerst (cv. Igri) gevonden by Wittem in Limburg, Nederland. Het virus werd met immuno-elektronen-microscopie geïdentificeerd in bladweefsel als BaYMV. In de wortels van geïnfecteerde planten werden alle vormen die van de schimmel-vector (Polymyxa graminis Led.) bekend zijn aangetroffen nl. cystosori, plasmodia en zoosporangia. Inwendig kon geen BaYMV worden aangetoond of waargenomen inPolymyxa ofLagena spp.Cooperative investigation of the ARS, USDA, the Nebraska Agricultural Experiment Station, and the Plant Protection Service, Wageningen. Research conducted under Project 21-12. Published as Paper No. 7787, Journal Series, Nebraska Agricultural experiment Station. Mention of a trademark or proprietary product does not constitute a guarantee or warranty by the U.S. Department of Agriculture and does not imply its approval to the exclusion of other products that may also be suitable.  相似文献   
75.
Rationally planned structural modifications were carried out on benzylphenols and benzyl-1,3-benzodioxoles described as fly chemosterilants and as anti-juvenile hormones. The introduction of a prop-2-ynyloxy group at various sites of the molecule resulted in compounds with a moderate inhibitory action on cytochrome P-450 mono-oxygenases, as measured by aldrin epoxidation. One compound, 5-(4-methoxybenzyl)-6-prop-2-ynyloxy-1,3-benzodioxole, revealed chemosterilant activity on Phormia regina, but its activity was less than that of the parent compounds. 2,4-Di-tert-butyl-6-[4-(3-methoxy-3-methylbutoxy)benzyl]phenol, which possessed a juvenoid structure, revealed no juvenile hormone (JH) activity but showed a high sterilant effect against Dysdercus cingulatus. In contrast to the parent substances, none of the tested compounds showed a detectable anti-JH effect in the Galleria assay. 8-Methoxy-2,3-methylenedioxydibenz[b,e]oxepine, a hitherto undescribed fused heterocyclic ring system, was devoid of activity, indicating the importance of free rotation and/or molecular flexibility. In spite of the moderate activities of these compounds, the manifold biological potential of the quinone-methide mechanism justifies further research on these lines.  相似文献   
76.
Tomatoes were grown in a greenhouse by nutrient film technique (NFT). They were inoculated withPhytophthora nicotianae either by direct inoculation of roots or by adding fungal spores to a container with recirculating nutrient solution. In the first case, the resulting epidemic seemed to be polycyclic, in the second case monocyclic. In both cases, inoculum freely circulated through the NFT system and was present in the nutrient solutions for at least 6 days after inoculation.Samenvatting Kastomaten werden gekweekt met behulp van voedingsfilmtechniek. Zij werden geinoculeerd metPhytophthora nicotianae hetzij door directe besmetting van wortels, hetzij door een sporensuspensie toe te voegen aan het voorraadvat met voedingsoplossing. In het eerste geval leek een polycyclische epidemie te volgen. In het tweede geval ontstond een monomcyclische epidemie. In beide gevallen werd schimmelinoculum door het gehele gotensysteem rondgepompt. Inoculum bleef gedurende tenminste 6 dagen na inoculatie aantoonbaar in de voedingsoplossing.  相似文献   
77.
When screening the genusNicotiana for sensitive and differential hosts for a group of mechanically transmissible plant viruses with narrow host ranges, development of systemic symptoms was alsmost exclusively observed in species of three closely related sections of the subgenusPetunioides. These species wereN. miersii (sectionAcuminatae),N. bigelovii andN. clevelandii (Bigelovianae) andN. benthamiana, N. cavicola, N. ingulba, N. occidentalis, N. rosulata andN. rotundifolia (Suaveolentes). Except forN. benthamiana andN. clevelandii, which are already known for their large virus ranges, they are new experimental hosts that appeared very useful for detection of viruses and for differentiation of viruses that closely resemble each other in host range. Accessions of the same species often varied largely in local and systemic viral response. EspeciallyN. benthamiana-9,N. miersii-33 andN. occidentalis-37B (code numbers given by Tobacco Research Laboratory, Oxford, N.C., USA) are recommended for routine inoculation tests. The sensitiveSuaveolentes species mentioned are native to the arid parts of Australia. Collections of these species deserve attention in studies on virus diseases of unknown etiology where experimental hosts are lacking.Samenvatting In het genusNicotiana werden vatbare, gevoelige en differentiële toetsplanten opgespoord door toetsing van vooral de collectie van het Tobacco Research Laboratory (Oxford, N.C., VS) met een aantal virussen waarvoor weinig of geen bruikbare toetsplanten bekend waren. Systemische reacties werden bijna uitsluitend in soorten van drie nauw verwante secties van het subgenusPetunioides waargenomen. Deze soorten warenN. miersii (sectieAcuminatae),N. bigelovii enN. clevelandii (Bigelovianae) enN. benthamiana, N. cavicola, N. ingulba, N. occidentalis, N. rosulata enN. rotundifolia (Suaveolentes). Behalve voor virusvermeerdering bleken deze soorten ook zeer geschikt te zijn voor differentiatie van virussen of virusstammen met een bijna gelijke waardplantenreeks.Collectienummers van één en dezelfde soort konden sterk in lokale en systemische reactie verschillen. VooralN. benthamiana-9,N. miersii-33 enN. occidentalis-37B kunnen voor routine-inoculaties worden aanbevolen. Met uitzondering vanN. benthamiana enN. clevelandii zijn de genoemde soorten of genotypen nieuwe experimentele waardplanten voor de virologie. De soorten die van de sectieSuaveolentes worden genoemd, zijn inheems in de woestijnachtige gebieden van Australië. Verzamelingen daarvan verdienen nadere aandacht bij de diagnostiek van virusziekten waarvoor nog geen experimentele waarplanten voorhanden zijn.  相似文献   
78.
Genetic parameters for a subjective milk score given to ewes within 24 h of parturition were estimated to determine the usefulness of milk score as a selection trait to improve milk production, which influences total litter weight weaned. Heritability of milk score and the genetic correlation of milk score with litter weight weaned were estimated by REML separately for four sheep breeds, Rambouillet (n = 1,731), Targhee (n = 1,638), Columbia (n = 1,731), and Polypay (n = 1,129). Litter weight weaned was the total weight of lambs weaned at approximately 120 d of age under a western range production system. Observed heritability estimates for milk score at first parity were moderate and similar among breeds, ranging from 0.18 to 0.32. Heritability estimates adjusted for a binomial distribution of milk scores at first parity were high (Columbia, 0.43; Polypay, 0.35; Rambouillet, 0.50; Targhee, 0.84). Estimates of observed heritability for second-parity milk score were moderate to high, ranging from 0.23 to 0.46. Milk score at first or second parity was genetically correlated with milk score records at maturity (third parity and greater), with estimates ranging from 0.69 to 1.00. Milk score and litter weight weaned were genetically correlated at first or second parity in Rambouillet (r(g) = 1.00) and Targhee breeds (r(g) = 1.00 and 0.61, respectively), but not in the Columbia and Polypay breeds. Estimates of heritability for lifetime records for milk score ranged from 0.16 to 0.26 across breeds. Estimates of genetic correlations of annual lifetime milk score records with litter weight weaned were high (Columbia, 1.00; Polypay, 0.81; Rambouillet, 1.00; and Targhee, 0.77). Repeatability estimates for milk score were similar across breeds, 0.23 for Columbia, Rambouillet, and Targhee ewes and 0.28 for Polypay ewes. Milk score measured at first or second parity may be a good predictor of future potential milking ability. Further, milk score can be used as a selection trait to improve maternal ability for increasing litter weight weaned. The need for increasing ewe milking performance and lamb growth rate at first parity in commercial range sheep production systems may be addressed by selection for milk score at first parity.  相似文献   
79.
Range ewes are commonly evaluated for milking ability by producers to determine the ewe's ability to rear lamb(s). The U.S. Sheep Experiment Station has subjectively scored (low, average, high) a ewe's milking ability within 24 h of lambing for many years. The relationship of subjective milk scores with lamb production was investigated using lambing records of Columbia (n = 1,731), Polypay (n = 1,129), Rambouillet (n = 1,704), and Targhee (n = 1,638) ewes. The incidence of high milk scores increased from less than 10% at first parity to 29 to 40% at second and greater parities. At maturity, Columbia ewes (38%) had the highest percentage of high milk scores. A positive association existed between ewe BW and her milk score at third and later parities. Ewes with high milk scores gave birth to heavier lambs (P < 0.05), whereas ewes with low milk scores were associated with lighter (P < 0.05) lambs at birth. Ewes with low milk scores weaned less (P < 0.05) total weight than ewes with better milk scores across all age groups for all breeds. Lighter weaned litter weights from ewes with low milk scores were linked to lighter birth weights and fewer weaned lambs. Differences for litter weight weaned between ewes with average and high milk scores were generally observed at 2 and 3 yr of age, when litter weights were heavier among ewes with high milk scores (P < 0.05) for all breeds. Between the ages of 1 and 3 yr, Columbia, Polypay, Rambouillet, and Targhee ewes with an average milk score weaned heavier (P < 0.05) litters (average differences of 10, 9, 13, and 12%, respectively) than ewes with low milk scores. For all breeds at all ages, individual lamb weaning weights were heavier (P < 0.05) when they were reared by ewes with high milk scores compared to lambs reared by ewes with low milk scores. Results suggest that milk score is an economically important trait in these four breeds and should be considered in management and breeding objectives; at a minimum, the incidence of low milk scores should be kept as small as possible.  相似文献   
80.
OBJECTIVE: To determine blood glucose clearance in 2 species of New World camelids after IV challenge and to examine mechanisms of this clearance. ANIMALS: 5 adult female llamas and 5 adult gelded alpacas. PROCEDURE: After food was withheld for 12 hours, camelids received 0.5 g of glucose/kg of body weight by rapid IV infusion. Serum concentrations of glucose, nonesterified fatty acids, cortisol, and insulin, and plasma concentrations of lactate were determined before and 0, 1, 2, 3, 4, 5, 15, 30, 60, 90, 120, 180, and 240 minutes after infusion. Ratios of insulin to glucose and insulin to cortisol were calculated for each time point. RESULTS: Postinfusion glucose concentrations were significantly higher in llamas than alpacas for the first 15 minutes and remained significantly higher than baseline values in both species for 180 minutes. Lactate and cortisol concentrations did not change significantly; nonesterified fatty acid concentrations decreased in both species 30 minutes after infusion. Baseline insulin concentrations were < 6 microU/ml in both species and increased only to 10.1 +/- 0.7 microU/ml in llamas. Insulin concentrations did not change significantly in alpacas. CONCLUSIONS AND CLINICAL RELEVANCE: Llamas and alpacas clear glucose more slowly than other domestic species after challenge, mainly because of a weak insulin response and slow cellular uptake. This response may impair the assimilation of exogenous glucose as well as make llamas and alpacas prone to diabetes-like disorders when an abundance of endogenous or exogenous glucogenic agents are present.  相似文献   
设为首页 | 免责声明 | 关于勤云 | 加入收藏

Copyright©北京勤云科技发展有限公司  京ICP备09084417号